Bekende Vorstenaars
Enkele befaamde persoonlijkheden naar wie een straat of laan in Vorst vernoemd is...
- André BAILLON (1875 – 1932)
Franstalige schrijver, die van september 1900 tot oktober 1902 op Fontaine Vander Straetenlaan 91 woonde (gedenkplaat op de gevel). Hij heeft enkele van de mooiste boeken uit het interbellum geschreven: En sabots, Histoire d'une Marie, Un homme si simple, Délires, Le perce-oreille du Luxembourg… stilistische, ironische en gevoelige meesterwerken!
- Marguerite BERVOETS (1914 – 1944).
Marguerite Bervoets werd aan het begin van de eerste wereldoorlog in La Louvière geboren en zou haar leven wijden aan de literatuur. In 1941 gaat ze in het verzet: ze drukt de clandestiene krant "La Délivrance", helpt geallieerde parachutisten, verbergt wapens en moet informatie inwinnen. In augustus 1942 wordt ze gearresteerd wanneer ze het vliegveld van Chièvres fotografeert. Ze wordt ter dood veroordeeld en op 7 augustus 1944 in de gevangenis van Wolfen¬büttel met de guillotine onthoofd.
Vóór ze sterft, slaagt ze er nog in de volgende woorden aan haar moeder te laten bezorgen: Zeg haar dat ik gevallen ben opdat de lucht in België zuiverder zou zijn, opdat diegenen die na mij komen in vrijheid mogen leven zoals ik dat zo graag gedaan heb; dat ik ondanks alles nergens spijt van heb.
- Victor ROUSSEAU (1865 – 1954)
Schilder, maar voor alles beeldhouwer. Hij woonde op Van Volxemlaan 87 en had zijn atelier op Bondgenotenstraat 170 b (gedenkplaten op beide gevels).
Hij heeft een groot aantal waardevolle werken nagelaten, waarvan sommige zich in Vorst bevinden: " Sint Alena" en het "Gemeenterecht" die de voorgevel van het gemeentehuis verfraaien, witmarmeren borstbeelden van koning Leopold III en koningin Astrid in de erezaal. De beelden van het Monument der Gevallenen op het square Omer Denis zijn ook door hem gemaakt!
- Korporaal TRESIGNIE (1886 – 1914).
Hij woonde in het complex Jacquemyns 33 en in de Driesstraat. Op 26 augustus 1914 vertrok hij vrijwillig naar Vilvoorde om de Verbrande brug naar beneden te draaien. Hij zwom het kanaal van Willebroek over om het brugdek te laten zakken toen hij dodelijk werd geraakt door de vijand. Hij was 28 jaar.
Elk jaar op 11 november wordt dit wapenfeit herdacht.
- Jean-Baptiste BAECK (1892 - 1965)
Hij is geboren in Sint-Gillis, wordt wees als hij 7 jaar is en telegrambezorger op zijn elfde, wat het begin is van een carrière van 48 jaar bij de PTT (Post – Telegraaf – Telefoon).
In 1914 wordt hij opgeroepen en wordt bij de 11e linie gevoegd. Tijdens de oorlog zal hij drie keer gewond raken en aan het einde van de oorlog is heeft hij het gebracht tot sergeant-majoor.
Wanneer hij in Vorst woont, sticht hij verschillende verenigingen van oud-strijders, oorlogsinvaliden, … die hij in 1939 samenbrengt onder de noemer "Entente des Groupements Patriotiques de Forest", waarvan hij vice-voorzitter en later voorzitter zal worden.
Hij zal verscheidene keren een onderscheiding ontvangen. Op 31 januari 1965 overlijdt hij en wordt begraven op het Ereperk van de begraafplaats van Vorst.
De gemeente bracht hem de laatste eer door de vroegere Kleine Kersbeeklaan naar hem te vernoemen.
- Generaal DUMONCEAU(1760 – 1821)
Hij gaat in 1787 bij het leger en wordt in 1790 luitenant-kolonel van het Naamse vrijwilligerskorps “les Canaris”, die zo genoemd worden wegens de kleur van hun uniform.
Na verschillende heldhaftige daden moet hij tijdens de Oostenrijkse restauratie naar Frankrijk vluchten, waar hij zich in dienst van dat land stelt.
Zijn naam zal op de Arc de Triomphe in Parijs gegraveerd worden dankzij zijn bijdrage aan de slag bij Jemappes in 1792. Nadat hij tot kolonel en vervolgens tot brigadegeneraal bevorderd is, wordt hij na de bezetting van Breda tot militair commandant van Den Haag benoemd.
In 1795 dient hij met de toestemming van Frankrijk in de legers van de Verenigde Provincies en wordt hij al snel de « Commandant van het Bataafse korps ».
In 1807 benoemt de koning Lodewijk van Holland, de broer van Napoleon, hem tot Maarschalk van Holland en in 1810 wordt hij verheven tot graaf van Bergendael als beloning voor zijn overwinningen in de slag bij Bergen. Napoleon annexeert Holland en Dumonceau moet dus het keizerrijk Frankrijk dienen. Napoleon maakt hem dan "Comte d’Empire".
Dumonceau zal nog grote overwinningen beleven maar ook nederlagen. Na zijn gevangenschap in Hongarije komt hij pas weer in 1814 terug in Frankrijk en biedt zijn ontslag aan in 1815. Hij keert terug naar België en wordt op 55-jarige leeftijd op pensioen gesteld. Hij trekt zich terug op zijn landgoed "de Wijngaard" (nu Cité Messidor).
Hij sterft op 29 december 1821 nadat hij in de Staten-Generaal heeft gezeteld en de eerste gemeenteraad van Vorst op 17 juni 1818 heeft bijgewoond.
Zijn grafsteen bevindt zich in de Sint-Denijskerk (Sint-Alenakapel).
- Henri MAUBEL (1862 – 1917)
Deze schrijver, dichter en componist, heet officieel Maurice BELVAL en woonde in de straat die naar hem vernoemd is en die destijds de Driehoekstraat heette.
Hij begint zijn loopbaan als advocaat, maar legt zich al snel toe op het schrijven en volgt Max WALLER op als directeur van de literaire en kunstzinnige beweging "La Jeune Belgique".
Wij hebben werken als "Miette", "Etude de Jeune Fille", "L’eau et le vin", "Dans l’île", "Les Racines",… aan hem te danken.
Toen hij stierf, woonde hij op Eikelstraat 9 in Vorst.
- Jean PRECKHER (1866 – 1939)
Deze straat, dicht bij het Wielemansplein, was eerst de "Gasmeterstraat", toen de "Gasfabriekstraat" en kreeg daarna de naam van deze in Vorst geboren componist.
Op 14-jarige leeftijd wordt hij zadelmaker zoals zijn vader, maar hij heeft een voorliefde voor muziek en volgt les aan het Conservatorium van Brussel, waar hij al op zijn 17de talrijke prijzen wint.
Hij speelt concerten als kornetblazer, componeert verschillende partituren en leidt al snel verschillende harmonieverenigingen en fanfares in Brussel, waaronder de Meyerbeerkring.
Hij zal verschillende eerste prijzen en prijzen van uitmuntendheid winnen in België en het buitenland en zal deel van jury’s uitmaken, vooral in Frankrijk.
Deze straat, dicht bij het Wielemansplein, was eerst de "Gasmeterstraat", toen de "Gasfabriekstraat" en kreeg daarna de naam van deze in Vorst geboren componist.