De Sint-Dionysiusfontein
De fontein zou in 1379 al bestaan hebben en voorzag de dorpsbewoners van Vorst van drinkwater. Zij werd toen IJsborre of Nisborre genoemd.
Vanaf 1718 wordt ze omgedoopt tot de "Sint-Benedictusfontein" omdat een beeldje van de sint erboven troonde.
Na het einde van het ancien régime was het beeldje verdwenen en werd het tappunt de eigenlijke Sint-Dionysiusfontein.
Het water van de fontein kwam uit hogergelegen bronnen (Beukenberg) en werd opgevangen in een vergaarbak van witte steen, waarna het drinkwater via een loden leiding door de Kwadestraat (nu de Jean-Baptiste Van Péstraat) naar de Sint-Dionysiusfontein werd geleid.
Een overblijfsel van de "grote vergaarbak" van het bronwater zou zich nog in het riool van de Victor Rousseaulaan bevinden, op de kruising met de Denayerlaan. In tijden van droogte stond de fontein vaak droog. Dat was in 1824 ook het geval… maar dat kwam doordat de bewoners heimelijk water aftapten van de loden leiding!
Opmerking:
Er werd meer water uit een andere bron in de Bergstraat (nu de Monte-Carlostraat) opgevangen in de zogeheten "Eysbak". Via de Pastoorstraat werd dat drinkwater aangevoerd naar de abdij en vervolgens verdeeld over de verschillende gebouwen.
Overblijfselen hiervan liggen onder de grond vlakbij Luikstraat 34 (waar nu een boom staat).