Het Kasteel der Gulden Sporen en het Landhuis

Tijdens vorige edities heeft u reeds kennis gemaakt met voormalige grote Vorstse eigendommen. Vandaag worden twee andere, helaas verdwenen, domeinen voor u geschetst.

Het eerste landgoed bevond zich in het huidige Jacques Brel Park, in de Kersbeeklaan.

In 1887 werd er een kasteel gebouwd door Edouard Smits, Burgemeester van Vorst van 1886 tot 1903, die de plannen ervoor, naar het schijnt, zelf ontworpen zou hebben.
Het echtpaar Mahillon-Washer werd er eigenaar van op 26 september 1900.

Op 4 augustus 1906 werd François-Adrien Tayart de Borms eigenaar van het landgoed en liet het gebouw aanpassen door Armand Lund, expert-architect, om het "Kasteel der Gulden Sporen" op te richten.

Er werd een school ingericht in de achtergebouwen voor klassen die zowel openstonden voor de Vorstenaren als voor de leerlingen van de buurgemeente Ukkel.

Het park werd opgeluisterd met talrijke standbeelden ; voorstellingen van dieren, enz… gecreëerd door Balton-Aubert, trouwe vriend van Tayart de Borms.
Dankzij een beek werd er een aaneenschakeling van vijvers, watervallen, enz… uitgewerkt.

In 1910 liet Tayart de Borms in de tuin een mooi paviljoen met oosterse allures en veelkleurige glasramen optrekken dat de naam van zijn echtgenote droeg :  "Pavillon Joséphine". Dit heeft helaas niets meer te maken met de huidige armzalige ruïne die op schandalige wijze bedekt is met tags !

Het kasteel dat met veel liefde werd verfraaid in het midden van een prachtig park  getuigde van een gelukkig leven dat helaas gebroken werd door het overlijden van de Heer Tayart de Borms.

Zijn weduwe, Mevrouw Joséphine Bailly, moest het domein in 1922 verkopen omwille van financiële moeilijkheden eigen aan het onderhoud van het personeel.

Mr. Berben, industrieel die een schoenwinkel in de Hoogstraat in Brussel leidde, kocht het landgoed en doopte het "La Coudraie" (het Hazelaarsbos) gezien het groot aantal hazelaars.

Mr. en Mevr. Berben herbergden hun achterneef, wees, Jean-Jules Pasteels, de latere dokter. Mr. Pasteels, evenals zijn echtgenote, Aline, gehuwd op 12 maart 1932, leefden gelukkig in dit geliefde landgoed, omringd door hun talrijke kinderen.

Mr. Berben stierf op 27 december 1940. Het landgoed was in juli 1938 verkocht en zal vervolgens nog meerdere keren doorverkocht worden.

Het verlaten huis werd overgeleverd aan vandalen die de muren, de glasramen en de standbeelden vernietigden en het park en de vijvers vernielden.

In 1967 kon een bouwproject van flats met meerdere verdiepingen op het nippertje vermeden worden.

In 1979 werd het park geklasseerd en datzelfde jaar nog overgekocht door de Gemeente Vorst.

Het huis is er niet meer, de plantengroei heeft zich zonder ophouden ontwikkeld maar de "Eik Joséphine", eerbiedwaardige boom die verschillende eeuwen oud is met een omtrek van meer dan 6 m 50, is nog steeds aanwezig.

Laten we nu in de richting van de Neerstalsesteenweg gaan.

Deze steenweg is ontstaan langs de oevers van de Geleysbeek en volgt trouw haar bochten. Vroeger werden hier talrijke buitenverblijven of landhuizen opgetrokken.

Eén hiervan werd gebouwd in 1776 door een zekere Mr. Delannoy. "Résidence champêtre" bestond uit ruime hoofdgebouwen opgetrokken rond een uitgestrekt vierkant binnenplein.  Men kon er tevens stallen vinden.  Dankzij twee bruggen over de Geleysbeek konden de diensten het binnenplein bereiken.

Het landgoed kende vervolgens meerdere eigenaars waaronder de Heren Cnudde, Uribari en voornamelijk Mr. Vandenbroeck.  Aangezien het landhuis vlak tegen de steenweg gebouwd werd, was de achterkant verfraaid met een prachtige tuin.

Dit gebouw werd afgebroken om de Nopri-winkel te bouwen, later de Delhaize die we vandaag kennen vlakbij het Sint-Denijsplein.

Met deze twee laatste grote domeinen sluiten we deze ontdekking van "kastelen" en grootse Vorstse eigendommen af.
Aarzel niet om in onze mooie gemeente rond te wandelen want hier en daar bestaan er nog enkele overblijfselen !
 

Afdrukken